02 jun Uitvoering van korte gevangenisstraffen als offensief tegen de overbevolking in onze gevangenissen?!
Ons land kampt al decennialang met een problematiek van overbevolkte gevangenissen. De Belgische Staat werd hiervoor al meermaals veroordeeld door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.
Behoudens enkele uitzonderingen gold hierdoor vroeger een semi automatische regeling. Personen met een veroordeling tussen de zes maanden en drie jaar gevangenisstraf werden meteen onder elektronisch toezicht geplaatst. Een gevangenisstraf onder de zes maanden werd, en wordt nog steeds in zijn geheel niet uitgevoerd.
Hoewel de Belgische gevangenissen nog steeds ernstig overbevolkt zijn, is eind vorig jaar, na twaalf keer uitstel, een tweefasig plan in werking getreden ingevolge de Wet externe rechtspositie van 2006 (de zogenaamde WERP) dat een einde maakte aan deze automatische regeling.
Fases van de strafuitvoering
De eerste fase is in voege getreden op 1 september 2022. Deze houdt in dat personen met een veroordeling van tussen de twee en drie jaar gevangenis niet meer automatisch onder elektronisch toezicht worden gesteld, zoals voordien. Deze personen moeten sinds de nieuwe wet voor de strafuitvoeringsrechter verschijnen en komen in aanmerking voor een voorwaardelijke vrijlating nadat zij 1/3 van hun straf hebben uitgezeten.
De tweede fase van dit plan zou uiterlijk op 1 september 2023 in werking moeten treden. Deze fase heeft tot gevolg dat ook personen die veroordeeld worden tot een gevangenisstraf tussen de zes maanden en twee jaar de controle van de strafuitvoeringsrechter moeten ondergaan.
Met zicht op deze naderende datum stelde Sophie De Wit (N-VA) tijdens de Kamerzitting van 26 april 2023 onder meer de volgende vraag aan Minister van Justitie, Vincent Van Quickenborne:
“Zullen de straffen van zes maanden tot twee jaar vanaf september 2023 effectief worden uitgevoerd, zoals beloofd? […]”
Onze minister van Justitie antwoordde hierop dat enig uitstel van de wet van 2006 niet aan de orde is:
“ik begrijp de bezorgdheden van de gevangenisdirecteurs, maar het is een illusie om het gepaste ogenblik af te wachten. Door korte straffen uit te voeren kunnen we de overbevolking van de gevangenissen, die al decennialang aansleept, verminderen.”, aldus Van Quickenborne. [1]
De minister is immers van oordeel dat het effectief uitvoeren van korte gevangenisstraffen de overbevolking zou kunnen tegengaan. Zo luidde het standpunt op de website van Open VLD op 1 september 2022, na inwerkingtreding van de eerste fase:
“Door niet in te grijpen bij de eerste veroordeling, wanen first offenders zich vaak onaantastbaar en groeien ze uit tot beroepscriminelen alvorens ze één dag de binnenkant van een cel hebben gezien. Het is een van de redenen waarom ons land een erg hoge recidivegraad kent. Bovendien draagt het ook bij tot de strafinflatie. Om zeker te zijn dat veroordeelden wel degelijk (een deel van) hun straf moeten uitzitten, kiezen rechters er sneller voor om zwaardere straffen op te leggen en gaan onderzoeksrechters vaker over tot voorhechtenis van verdachten. Dit werkt de overbevolking in de gevangenissen nog meer in de hand.” [2]
Bij Bannister zijn we het volstrekt oneens met deze stelling. Volgens verschillende wetenschappelijke literatuur staat het buiten kijf dat een effectieve vrijheidsstraf in vele gevallen een nefaste werking heeft. Lage recidivecijfers correleren bovendien niet met een lange vrijheidsstraf, wel integendeel. [3]
Advocaat gevangenisstraffen uitvoering
Heeft u vragen over de uitvoering van gevangenisstraffen? Wenst u te worden bijgestaan door een gespecialiseerde advocaat? Neem dan contact met ons op via info@bannister.be of via 03.369.28.00
[1] Beknopt Verslag Commissievergadering Justitie van 26 april 2023, https://www.dekamer.be/doc/ccra/pdf/55/ac1070.pdf.
[2] https://www.openvld.be/eerste_fase_uitvoering_korte_straffen
[3] Zie onder meer A. ASHWORTH, “Sentencing” in M. MAGUIRE, R. MORGAN en R. REINER, The Oxford Handbook of Ciminology, Oxford, Oxford University Press, 2007, (990) 994; S. SNACKEN, De korte gevangenisstraf, Antwerpen, Kluwer, 1986, 309-312; ; H. WERMINK, A. KLOKLAND, P. NIEUWBEERTA, D. NAGIN en N. TOLLENAAR, “Comparing the effects of community service and short-term imprisonment on recidivism: a matched samples approach”, Journal of experimental criminology 2010, 346- 348; B.S.J. WARTMA, D.L. ALBERDA, S. VERWEIJ, Wat werkt in Nederland en wat niet? Een meta-analyse van Nederlands recidiveonderzoek naar de effecten van strafrechtelijke sancties, Den Haag, Boom Juridische uitgevers, 2013, 196 p.