15 dec Rechten en plichten van slachtoffers in strafzaken
Je wordt slachtoffer van een misdrijf en je ondervindt schade: Wat mag je doen? Wat kan je doen? En wat moet je eventueel doen? Dit artikel bespreekt staps-en trapsgewijs de verschillende slachtofferstatuten en hun bijkomende rechten en plichten.
Een misdrijf geeft aanleiding tot twee zaken. Enerzijds heb je de strafvordering die wordt uitgeoefend door het Openbaar Ministerie, anderzijds resulteert schade in een burgerlijke vordering die kan worden uitgeoefend door het slachtoffer zelf. Het huidige wetboek van Strafvordering voorziet in verschillende slachtofferstatuten en naarmate het statuut, openen zich verschillende rechten en plichten. Het is als het ware een soort van trap waarbij je, wanneer je opklimt, een steeds sterkere positie kent als slachtoffer.
Recht op informatie
In eerste instantie is het belangrijk om te vermelden dat je als slachtoffer, niet noodzakelijk ook partij bent bij de strafzaak. Ieder slachtoffer heeft recht op een correcte en zorgvuldige bejegening. Zij kunnen terecht bij het slachtofferonthaal. Een justitieassistent zal je daar verder bijstaan en informeren gedurende de volledige gerechtelijke procedure. Hij of zij zal je tevens informeren over de verschillende posities die je kan innemen als slachtoffer. Ieder slachtoffer heeft het recht om verwittigd te worden over de dag, tijd en plaats van de openbare terechtzitting, ongeacht het aannemen van een specifiek statuut.
Benadeelde persoon
In een volgende stap kan je je laten registreren als een “benadeelde persoon” bij het secretariaat van het Openbaar Ministerie of op het politiesecretatriaat. Deze verklaring kan jij zelf of via een door jou aangestelde advocaat laten afleggen. Dit statuut verleent, naast het algemeen recht op verwittiging van de openbare zitting, ook een recht op bijstand van een advocaat, het recht om stukken toe te voegen aan het dossier, recht op inzage in het dossier en recht om een kopie te nemen van het strafdossier. Je wordt tevens ook verwittigd over de beslissing tot seponering en de reden daarvoor, over het al dan niet instellen van een gerechtelijk onderzoek en de bepaling van de rechtsdag. Wanneer je je niet als benadeelde persoon registreert, heb je dus geen recht op kennis van de seponeringsbeslissing.
Burgelijke partijstelling
Vervolgens, als derde stap, kan je je burgerlijk partij stellen. Dit kan enkel als rechtstreeks slachtoffer, je moet dus benadeeld zijn, en je dient hiervoor zelf het initiatief te nemen. Je kan je op twee manieren burgerlijke partij stellen. Wanneer de strafvordering reeds bestaat, kan je je burgerlijke vordering voegen aan de strafvordering voor de onderzoeksrechter, de onderzoeksgerechten of de vonnisgerechten. Wanneer de strafvordering nog niet is ingesteld, kan je deze met de burgerlijke partijstelling meteen ook instellen. Dit gebeurt via de rechtstreekse dagvaarding of een burgerlijke partijstelling voor de onderzoeksrechter. Een rechtstreekse dagvaarding houdt in dat je de opdracht geeft aan de gerechtsdeurwaarder om een met naam aangeduide persoon te dagvaarden voor de rechtbank. Dit is gebruikelijk voor relatief eenvoudige zaken. Bij misdaden is de rechtstreekse dagvaarding niet mogelijk. Wanneer je je burgerlijke partij hebt gesteld, wordt je volledige procespartij. Je krijgt bijgevolg dezelfde rechten als de inverdenkinggestelde verdachte. Als burgerlijke partij krijg je recht diezelfde rechten als een benadeelde persoon en daarboven krijg je ook het recht om de opheffing van bepaalde maatregelen en bijkomende onderzoeksdaden te vragen. Wanneer het onderzoek langer dan 1 jaar aansleept, kan je de zaak ook voor de Kamer van Inbeschuldigingstelling brengen. Het enige nadeel dat je als burgerlijke partij kan ondervinden, is dat je veroordeeld kan worden tot de betaling van de gerechtskosten.
Heb je vragen over deze materie? Contacteer onze specialisten via info@bannister.be of via 03/369.28.00. Ons team staat steeds klaar om je verder te helpen.