Belgische primeur: eerste veroordeling wegens genocide in ons land

Op 19 december 2019 werd Fabien Neretsé schuldig bevonden door een assisenjury. Een dag later werd hij door het Hof van Assisen te Brussel veroordeeld tot een gevangenisstraf van 25 jaar.

Dhr. Neretsé stond, onder andere, terecht voor genocide – de eerste maal dat deze misdaad effectief ten laste gelegd werd aan een beklaagde.

Feitelijke omstandigheden

Meer bepaald diende Fabien Neretsé zich te verantwoorden wegens het alarmeren van het Rwandese Hutu leger wanneer verschillende Tutsi’s trachtten weg te vluchten uit zijn woonwijk, waarna diezelfde Tutsi’s geëxecuteerd werden.

Tevens werd hij beschuldigd van het leiden van een militie die, op zijn aangeven, actief jaagde op Tutsi’s en gematigde Hutu’s, met de dood van die laatsten tot gevolg.

Dat dhr. Netersé inderdaad terechtstond en veroordeeld werd voor genocide is bovendien niet enkel uitzonderlijk omdat het nog nooit eerder gebeurde maar ook omdat er, volgens de jury, bewijs geleverd werd van verschillende, moeilijk te bewijzen elementen.

Genocide, volgens de wet

Vooraleer er sprake kan zijn van een genocide, moet immers bewezen kunnen worden:

– dat er moorden gepleegd werden;
– dat er fysieke of morele schade toegebracht werd;
– dat er schadelijke levensomstandigheden gecreëerd werden;
– dat geboortes binnen een bepaalde groep verhinderd werden of;
– dat kinderen uit een bepaalde groep overgeplaatst werden.

Bovendien moet dat de dader één of meerdere van deze handelingen gesteld hebben met de specifieke intentie een bepaalde bevolkingsgroep uit te roeien.

Het is daarentegen niet vereist dat het bloed van duizenden aan de handen van de dader kleeft. Ook een moord op bijvoorbeeld twee personen zou een genocide kunnen uitmaken, mits bewezen kan worden dat de dader de intentie had de bevolkingsgroep, waartoe die twee personen behoorden, weg te vagen.

Daarnaast moet een genocide ook onderscheiden worden van oorlogsmisdaden – misdrijven die enkel in tijden van oorlog (in de juridische zin) gepleegd kunnen worden – en van misdaden tegen de mensheid – misdrijven die een wijdverspreide of systematische aanval op een civiele bevolking uitmaken.

Genocide, in de realiteit

Met deze vereisten en te onderscheiden misdrijven in het achterhoofd, heeft de jury vooreerst geoordeeld dat er inderdaad een duidelijk bepaalde bevolkingsgroep – een vakterm waarover academici zeer uiteenlopende meningen hebben – geviseerd werd.

Daarnaast besloot de jury dat dhr. Netersé ook effectief de intentie had om diezelfde, welbepaalde groep uit te roeien, ondanks dat enkele getuigen zelfs aangaven dat hij ook verschillende Tutsi’s redde.

Dhr. Netersé werd bijgevolg bestempeld als een “genocidair” door een groep van 12 mensen die niet noodzakelijk kennis hebben van het politiek gevoelige conflict in Rwanda; een land dat bovendien meerdere duizenden kilometers van België verwijderd is.

Al bij al toont een proces zoals dat van dhr. Netersé aan dat er een bijzonder zware last op de schouders van de jury rust en dat de juryleden geconfronteerd kunnen worden met zeer juridisch-technische (en daarenboven soms zelfs politiek gevoelige) vragen, die ze al dan niet op behoorlijke wijze kunnen beantwoorden.

Ons kantoor geniet bijzondere expertise in het internationaal strafrecht.
Voor meer informatie hieromtrent kan u steeds contact opnemen met info@bannister.be of 03/369.28.00.