Veiligheidsmaatregelen en hun langdurige impact op de rechten van de mens

Sinds kort is de Belgische overheid gestart met het implementeren van een exit-strategie, met het oog op het versoepelen van de veiligheidsmaatregelen die de afgelopen maanden van kracht waren.

Die veiligheidsmaatregelen heeft België genomen zonder tegelijkertijd een noodtoestand af te kondigen, die op zijn beurt legitieme afwijkingen van verschillende mensenrechten zou toelaten.

Er gaan weliswaar stemmen op dat dergelijke manier van handelen nefast zou kunnen zijn voor het statuut van mensenrechten in het algemeen, hetgeen in rekening gebracht moet worden ingeval een nieuwe lockdown “light” overwogen wordt.

 

Een noodtoestand volgens het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en de mensenrechten waar niet van afgeweken mag worden

Artikel 15 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (hierna: EVRM) bepaalt dat in tijd van oorlog of in geval van enig andere algemene noodtoestand die het bestaan van het land bedreigt, iedere lidstaat maatregelen kan nemen die afwijken van zijn verplichtingen ingevolge dit Verdrag, voor zover de ernst van de situatie deze maatregelen strikt vereist en op voorwaarde dat deze niet in strijd zijn met andere verplichtingen die voortvloeien uit het internationale recht.

Een gezondheidscrisis zou onder de definitie van ‘een algemene noodtoestand die het bestaan van het land bedreigt’ kunnen vallen, zolang die crisis de hele bevolking treft en een bedreiging voor het georganiseerde leven van de gemeenschap uitmaakt.

Hetzelfde verdragsartikel stelt vervolgens dat er weliswaar geen enkele afwijking is toegestaan, ook niet in een algemene noodtoestand, wat betreft het recht op leven, het verbod van foltering, het verbod van slavernij en het principe dat geen straf kan bestaan zonder wet.

 

De rechten die in het gedrang komen tijdens een al dan niet afgekondigde noodtoestand

Andere mensenrechten, zoals het verbod van discriminatie, het recht op vrijheid en veiligheid en het recht op een eerlijk proces, mogen dan weer wel, op legitieme wijze en om soms zeer onduidelijke redenen, beperkt worden in geval van een noodtoestand, ingeval die afgekondigd wordt.

Maar zelfs als zo’n noodtoestand niet afgekondigd wordt, ondanks het eventuele bestaan ervan, zijn het vaak deze mensenrechten die steeds in het gedrang komen tijdens crisissen, aan de hand van verregaande veiligheidsmaatregelen.

Zo wordt het recht op vrijheid bijvoorbeeld ernstig beperkt op grond van sommige veiligheidsmaatregelen die inhouden dat men niet mag gaan en staan waar men wil.

Hoewel er, in alle omstandigheden, uitzonderingen bestaan op het recht op vrijheid, zoals bijvoorbeeld het geval is wanneer een persoon besmet is met een besmettelijke ziekte, wordt ook de vrijheid van gezonde personen in het kader van de huidige crisis ontnomen op basis van verschillende maatregelen, hetgeen toch minstens vragen doet rijzen omtrent de verenigbaarheid van die maatregelen met het recht op vrijheid.

Daarnaast bestaat er een grote kans dat ook het verbod van discriminatie geschonden wordt in tijden van nood, wanneer regeringsleiders hun bevoegdheden gebruiken om een bepaalde bevolkingsgroep te viseren, hetgeen geen ondenkbaar scenario is, gezien de verontrustende gezondheidscrisis bijvoorbeeld consequent aan China gelinkt wordt door de president van de Verenigde Staten, de pest in de Middeleeuwen beschouwd werd als de fout van de Joodse gemeenschap en een eerdere president van de Verenigde Staten de homo-gemeenschap schuldig achtte aan de uitbraak van HIV.

Ten slotte en iets dichter bij huis in tijd en ruimte, wordt ook het recht op een eerlijk proces tegenwoordig steeds vaker beperkt op grond van de veiligheid van de bevolking in zijn geheel.

Zo mag een verdachte bijvoorbeeld niet langer aanwezig zijn bij elke zitting die op hem of haar betrekking heeft, hetgeen de rechter normaliter zou moeten toelaten om, onder andere, het schuldinzicht van de verdachte zelf te beoordelen en hetgeen een zekere impact kan hebben op de noodzaak tot het handhaven van de voorlopige hechtenis of op de op te leggen straf.

 

De langdurige en nadelige impact van het niet-afkondigen van een noodtoestand

Zoals uit het voorgaande blijkt, worden meerdere mensenrechten mogelijks ten onrechte beperkt op grond van verschillende veiligheidsmaatregelen; beperkingen die in het kader van een afgekondigde noodtoestand wel gelegitimeerd kunnen worden, zolang ze proportioneel zijn.

En toch worden diezelfde veiligheidsmaatregelen, die een onrechtmatige beperking van mensenrechten inhouden, ook genomen door overheden zonder dat zij er tegelijkertijd voor kiezen om de noodtoestand af te kondigen, zoals het geval is in België.

Dus wat is dan het uiteindelijke verschil in de realiteit?

Wel, een afgekondigde noodtoestand wordt gekenmerkt door het tijdelijk karakter ervan en juist dit element is van belang wanneer de langdurige impact van de veiligheidsmaatregelen op de beperkte mensenrechten beoordeeld wordt.

Immers, in tegenstelling tot de beperkende veiligheidsmaatregelen in een niet-afgekondigde noodtoestand, worden de maatregelen die genomen worden tijdens een afgekondigde noodtoestand als het ware in quarantaine geplaatst en zijn ze enkel van kracht zolang het nodig is, zolang er sprake is van een noodtoestand.

De eerste categorie aan maatregelen houdt daarentegen een permanente vorm van legitimering van beperkingen in; beperkingen die wel eens de norm zouden kunnen worden ingeval van eender welke noodtoestand en die dus ook bij een komende, minder objectief afgebakende crisis wel eens opnieuw – en in dat geval geheel ten onrechte – uit de kast gehaald zouden kunnen worden.

Denk in dit opzicht bijvoorbeeld aan een eventuele nieuwe crisis naar aanleiding van terroristische aanslagen, waarin de overheid ervoor kiest om het recht op vrijheid van alle Belgen te beperken terwijl een dergelijke crisis dergelijke maatregelen normaliter niet verantwoordt.

In conclusie, dat verregaande veiligheidsmaatregelen niet logisch en noodzakelijk zouden zijn, is niet het punt dat hier gemaakt wordt. Wel moet worden opgemerkt dat de maatregelen beter omkaderd zouden moeten worden zodat de overheid geen vreemde bochten moet maken, op vlak van mensenrechten, om de maatregelen te verantwoorden, in het kader van diezelfde mensenrechten.

Wenst u hierover meer informatie, neem dan gerust contact met ons op info@bannister.be of 03/369.28.00.

8 mei 2020