Uitvoering van korte gevangenisstraffen: een vloek of een zegen?

Korte gevangenisstraffen werden in het verleden doorgaans niet uitgevoerd in de gevangenis. Sinds september 2022 is dit gegeven echter veranderd en dienen personen die veroordeeld werden tot een gevangenisstraf van minimaal 2 jaar en maximaal 3 jaar deze straf in principe uit te voeren in de gevangenis. Deze groep ‘kortgestraften’ werd voordien buiten de gevangenismuren gehouden door middel van strafuitvoeringsmodaliteiten zoals het elektronisch toezichten de voorlopige invrijheidstelling.

Minister Vincent Van Quickenborne wil nu dat vrijheidsstraffen tot 3 jaar ook effectief worden uitgevoerd. De achterliggende reden is om het vertrouwen in Justitie op te krikken door de perceptie van straffeloosheid tegen te gaan. Hiervoor zullen detentiehuizen worden opgericht om de personen met een gevangenisstraf van maximum 3 jaar te begeleiden en om de druk op de gevangenissen te verlichten. Momenteel is er al één detentiehuis open in Kortrijk. De (vrouwen)gevangenis van Berkendael zou op termijn ook omgevormd worden tot detentiehuis, nu de gedetineerden werden overgebracht naar de nieuwe gevangenis van Haren. Om alle kortgestraften een plek te kunnen bieden zullen er echter nog heel wat detentiehuizen geopend moeten worden. Zolang dit niet gebeurt zullen de kortgestraften in de klassieke gevangenissen terecht komen, wat problematisch is gelet op de huidige overbevolking en het personeelstekort in onze Belgische gevangenissen.

Wat zijn korte gevangenisstraffen?

Korte gevangenisstraffen zijn straffen tot en met 3 jaar. Gevangenisstraffen van 6 maanden tot 3 jaar werden in het verleden systematisch ondergaan door middel van een elektronisch toezicht. Straffen onder de 6 maanden werden zelfs niet uitgevoerd.

Voor de uitvoering van vrijheidsstraffen tot en met 3 jaar werd teruggegrepen naar ministeriële omzendbrieven waarbij de gevangenisdirecteur en de Directie Detentiebeheer de strafuitvoering bepaalde zonder tussenkomst van een rechter. Vandaag zal een alleenzetelende strafuitvoeringsrechter de modaliteiten bepalen voor de uitvoering van vrijheidsstraffen van meer dan twee jaar en maximum drie jaar. Het is de bedoeling dat vanaf september 2023 ook straffen van minder dan 2 jaar effectief worden uitgevoerd. De strafuitvoeringsmodaliteiten voor vrijheidsstraffen van 3 jaar of meer worden bepaald door de strafuitvoeringsrechtbank.

Welke strafuitvoeringsmodaliteiten kan de veroordeelde aanvragen bij de strafuitvoeringsrechter?

Een veroordeelde kan een aanvraag doen bij de strafuitvoeringsrechter om zijn staf onder een bepaalde modaliteit uit te voeren. Het gaat om de volgende modaliteiten: beperkte detentie, elektronisch toezicht, voorwaardelijke invrijheidsstelling en voorlopige invrijheidstelling met het oog op verwijdering van het grondgebied of overlevering.

Een aanvraag voor beperkte detentie of elektronisch toezicht is mogelijk vanaf zes maanden vóór 1/3de van de straf is ondergaan. De aanvraag voor een voorwaardelijke en voorlopige invrijheidsstelling kan pas vanaf het moment dat 1/3de van de straf is uitgezeten.

Welke procedure moet er gevolgd worden?

Een veroordeelde, die nog niet in de gevangenis verblijft, ontvangt na zijn veroordeling een brief van het Openbaar Ministerie, beter bekend als het gevangenisbriefje. Na ontvangst hiervan zal de veroordeelde zich binnen de 5 werkdagen moeten aanbieden bij de gevangenis. Vervolgens zal worden nagegaan of de veroordeelde al dan niet in aanmerking komt voor een bepaalde strafuitvoeringsmodaliteit. Indien dit wel het geval is en er voldaan is aan alle voorwaarden dan kan de gevangenisstraf opgeschort worden tot de strafuitvoeringsrechter uitspraak doet. Men krijgt dan vijftien dagen de tijd om een dossier in te dienen bij de strafuitvoeringsrechter die uiteindelijk over de strafuitvoeringsmodaliteit zal beslissen. In die tussentijd mag de veroordeelde tijdelijk de gevangenis verlaten. Voor veroordelingen wegens seksuele of terroristische misdrijven zal de veroordeelde echter sowieso in de gevangenis moeten blijven tot er een uitspraak is van de strafuitvoeringsrechter, zelfs al is aan alle voorwaarden voldaan.

Is er plaats voor ‘kortgestraften’ in onze gevangenissen? En wat zijn detentiehuizen?

Overbevolkte gevangenissen zijn al sinds 1980 een probleem in ons land en hebben het politieke beleid al meermaals beroerd. In 2014 werd België hier zelfs voor veroordeeld door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens voor een schending van het verbod op onmenselijke en vernederende behandeling. Het was dus een prioriteit voor de ministers van Justitie om die overbevolking tegen te gaan. Er werden verschillende initiatieven ondernomen om de gevangenispopulatie te doen dalen en om de gevangeniscapaciteit uit te breiden. Zo werd onder meer het elektronisch toezicht als autonome straf ingevoerd en werden er nieuwe gevangenissen gebouwd (Beveren, Marche-en-Famenne, Leuze-en-Hainaut en Haren). Ondanks alle inspanningen kampen onze gevangenissen vandaag nog steeds met overbevolking, stakingen van de penitentiaire beambten, personeelstekort en oude/gebrekkige infrastructuren. Bij wijze van voorbeeld: de gevangenispopulatie in het Antwerpse arresthuis in de Begijnenstraat bedraagt vandaag rond de 700 veroordeelden terwijl er maar capaciteit is voor 439 veroordeelden. Het arresthuis dateert van 1885 en is zeer verouderd waardoor de leefomstandigheden precair en mensonwaardig zijn. Het CPT (Committee for the Prevention of Torture) bezocht de gevangenis van Antwerpen in 2021 en had het over de ‘vervallen staat van gevangenis’, de ontoereikende douche- en toiletfaciliteiten en de slechte hygiëne die in sommige gevallen leidt tot kakkerlakken- en rattenplagen. Er is ook onvoldoende plaats om bedden te installeren, zodat gedetineerden op matrassen op de grond moeten slapen.

Detentiehuizen zouden het grote probleem van gebrek aan gevangeniscapaciteit deels kunnen opvangen.  Het zijn kleinschalige, gesloten en beveiligde inrichtingen met een capaciteit voor 20 tot 60 gedetineerden. Ze bieden opvang aan personen met een gevangenisstraf van maximum 3 jaar en een laag veiligheidsrisico hebben. Veroordeelden voor bijvoorbeeld zedenfeiten en terreurmisdrijven komen dus nooit in aanmerking voor plaatsing in een detentiehuis. Het is geen klassieke gevangenis, maar is wel onderworpen aan dezelfde regelgeving als de gevangenissen. Dat betekent o.a. dat de bewoners strikte regels moeten naleven, ze dezelfde verplichtingen hebben als gedetineerden in een gevangenis en dat zij aan strenge voorwaarden moeten voldoen om het detentiehuis te mogen verlaten. Om het huis te verlaten, voor bijvoorbeeld een sollicitatiegesprek, is steeds toestemming nodig. In het gebouw zelf mogen bewoners zich wel vrijer verplaatsen voor activiteiten en opdrachten, in overleg met het personeel.

Vloek of zegen?

Zal deze ‘afschrikkende’ methode de gevangenispopulatie doen dalen zoals minister Van Quickenborne doet uitschijnen of zullen de gevangenissen door deze nieuwe regeling (nog meer) uit hun voegen barsten? Indien de kortgestraften niet in een detentiehuis terecht kunnen omdat er gewoonweg geen detentiehuis is of omdat ze niet aan de voorwaarden voldoen, dreigen ze immers in de klassieke gevangenissen terecht te komen.

Door de tenuitvoerlegging van vrijheidsstraffen van meer dan 2 jaar en minder dan 3 jaar moeten veroordeelden ‘slechts’ een korte periode in de gevangenis verblijven, maar de langetermijngevolgen van opsluiting, zoals detentieschade, mogen daarbij niet onderschat worden. Het CPT wijst er ook op dat capaciteitsuitbreiding geen duurzame oplossing is, er moet vooral -zeer dringend- worden ingezet op het terugdringen van de detentiepopulatie zelf.

Bronnen

Vasilescu vs. België, 25 november 2014

  1. Claes en O. Nederlandt, “Veroordeeld tot een vrijheidsstraf van drie jaar of minder. Wat zal er met mij gebeuren?”, Fatik 2022, 5-10.
  2. Beyens en E. Maes, “Het lappendeken van tien jaar strafuitvoering in België**”,** Panopticon 2020, 10.

https://justitie.belgium.be/nl/nieuws/persberichten/uitvoering_celstraffen_tussen_twee_en_drie_jaar_voortaan_altijd_via_rechter

https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2022/08/31/korte-straffen/

https://ctrg.belgium.be/wp-content/uploads//2022/04/CvT-Antwerpen-Jaarverslag-2021.pdf

https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2022/12/29/geen-nederlanders-meer-naar-propvolle-belgische-gevangenissen/

  1. DAEMS, “Europees antifoltercomité opnieuw scherp over Belgische gevangenissen”, De Juristenkrant 2022, 8-9.