Nieuwe kaderwet femicide: wat verandert er concreet?

Met het overlijden van een jonge Spaanse verpleegster in Brussel afgelopen week, wordt de roep om een adequate aanpak tegen gendergerelateerd geweld opnieuw op de voorgrond geplaatst. Al in 2019 lag een wetsvoorstel voor om femicide, ofwel het dodelijk geweld tegen vrouwen, strafbaar te stellen in het Belgisch strafrecht. Lees ook hier.

Dit voorstel werd niet doorgevoerd. Inmiddels stemde de minsterraad op 28 oktober 2022 in met het wetsontwerp voor een nieuwe kaderwet inzake het dodelijk geweld op vrouwen, oftwel kaderwet #StopFeminicide. De belangrijkste vernieuwing? Een definitie van het begrip vrouwenmoord. Let wel, deze definitie zorgt niet voor een aparte strafbaarstelling in het Strafwetboek. Dit blijft, ondanks het voorstel van 2019, ongewijzigd in 2022.

Welke andere vernieuwingen brengt deze kaderwet nog?

De definitie van vrouwenmoord moet het mogelijk maken een duidelijk registratiesysteem op poten te zetten. Tot op vandaag is het namelijk niet geweten hoeveel vrouwen in België daadwerkelijk het slachtoffer worden van gendergerelateerd geweld. Nauwkeurige metingen moeten hier verandering in brengen. Op die manier kan aan risicotaxatie gedaan worden. Wetenschappelijk onderzoek toont immers aan dat vrouwen die gedurende een relatie te maken krijgen met partnergeweld grotere kans lopen het slachtoffer te worden van feminicide.

Tevens wordt ingezet op een verbetering van de rechten en de bescherming van slachtoffers. Daarnaast wordt voorzien in aangepaste opleidingen voor zowel politionele diensten als de magistraten.

Feminicide; wat is de huidige situatie?

Het gebrek aan een specifieke strafbaarstelling voor femicide betekent echter niet dat een dader vandaag de dag ongestraft blijft. Het huidig strafwetboek voorziet namelijk al in de bestraffing van wat gedefinieerd kan worden als ‘vrouwenmoord’. Het strafwetboek voorziet in verschillende misdrijven tegen de fysieke integriteit, waaronder doodslag en moord. Bij beiden kan een strafverhoging opgelegd worden ingeval er sprake is van een discriminerende drijfveer. Het geslacht van het slachtoffer, als reden waarom het misdrijf wordt gepleegd, wordt dan ook expliciet als verzwarende omstandigheid voorzien in artikel 405quater van het Strafwetboek.

Belangrijk hierbij is dat de drijfveer niet de enige reden geweest moet zijn tot het plegen van het misdrijf. Overigens kan de aanwezigheid van de specifieke drijfveer afgeleid worden uit de precieze omstandigheden van het misdrijf, alsook het verleden van de vermoedelijke dader. Eerdere informatie over partnergerelateerd geweld kan dus bijvoorbeeld zorgen voor een latere kwalificatie van de verzwarende omstandigheid.

De kaderwet is (nog) niet in voege. Het betreft een ontwerp, het federaal parlement dient de tekst dus nog aan te nemen alvorens deze daadwerkelijk in voege kan treden.

Advocaat femicide en haatmisdrijven

Heeft u vragen over haatmisdrijven tegen vrouwen en berechting ervan? Neem dan contact op met onze specialisten via info@bannister.be of 03/369.28.00