Hoger beroep van Parket tegen elektronisch toezicht is onontvankelijk bij verwijzing naar de Correctionele rechtbank

Bij arrest van 11 oktober 2019 heeft de Kamer van Inbeschuldigingstelling geoordeeld over het hoger beroep van het Openbaar Ministerie tegen een beslissing van de Raadkamer waarbij die laatste na het afsluiten van het onderzoek de voorlopige hechtenis onder elektronisch toezicht toekent aan een inverdenkinggestelde die voordien in de gevangenis verbleef.

Het hoger beroep van het Openbaar Ministerie werd onontvankelijk verklaard.
Op 21 december 2017 heeft het Grondwettelijk Hof de Potpourri II -wet gedeeltelijk vernietigd omdat deze wet de Raadkamer onder meer verhinderde in het kader van de regeling van de rechtspleging de modaliteit van het elektronisch toe te kennen.

Ingevolge deze gedeeltelijke vernietiging is er een lacune in de wet ontstaan waardoor het Openbaar Ministerie enkel beroep mag aantekenen tegen een beslissing van de Raadkamer wanneer die laatste na afsluiten van het onderzoek de inverdenkinggestelde in vrijheid stelt en niet wanneer de voorlopige hechtenis behouden blijft, ongeacht de modaliteit.

De beslissing van de Raadkamer in het kader van de regeling van de rechtspleging waarbij aan onze cliënt de modaliteit van het elektronisch toezicht werd toegekend, was dus niet vatbaar voor hoger beroep van de Procureur des Konings.

Althans, zo blijkt uit het baanbrekend arrest van de Kamer van Inbeschuldigingstelling van 11 oktober 2019 waarin de Kamer aldus bevestigend antwoordt op de opgeworpen argumenten van Bannister Advocaten en het beroep van het Openbaar Minsterie onontvankelijk verklaart.

Wenst u hierover meer informatie, of heeft u strafrechtelijke verdediging nodig? Neem dan gerust contact met ons op info@bannister.be of 03/369.28.00.